Auteursrecht & Muziekonderwijs – Privé, lesomgeving of openbaar?

Wat is het verschil tussen het kopiëren van een paar bladzijden uit een lesboek voor je leerling, het meegeven van een cd of het mailen van een mp3 van Hendrix als huiswerk, het delen van bestanden via Dropbox of Soundcloud, het embedden van een Spotify playlist of een YouTube video in je al dan niet afgeschermde lesomgeving etc.? Dergelijke vragen zullen in de komende weken op Mindnote.nl grondig worden bestudeerd in een nieuw dossier met gastbijdragen van professionals over het auteursrecht bij muziekonderwijs. Onder meer met advocaten Mark Jansen (Dirkzwager) en Evert van Gelderen (De Gier Stam), digitaal uitgever Timo Boezeman (Bruna) en ondernemer Jeroen Bouman (Online Muziekschool).

Eerder deze week beet advocaat Mark Jansen al het spits af over Content en drager (deel 1 en 2). Vandaag gaan de advocaten Evert van Gelderen en Elise Menkhorst verder in op de aspecten van het openbaar maken van muziekwerken door muziekdocenten (lees hier de andere onderwerpen).

De Auteurswet zoals wij die op dit moment kennen, werd ingevoerd op 23 september 1912. In het verleden heette de wet ook ‘Auteurswet 1912’, maar omdat hij na zijn invoering meerdere keren ingrijpend werd veranderd, werd een paar jaar geleden het jaartal uit de naam verwijderd.

De belangrijkste artikelen van de Auteurswet, artikel 1, 12 en 13, zijn al die jaren echter in stand gebleven. Volgens deze artikelen mag alleen de rechthebbende op een auteursrechtelijk beschermd werk dat werk openbaar maken of verveelvoudigen.

Toch levert niet iedere openbaarmaking of verveelvoudiging een inbreuk op op de auteursrechten van de rechthebbende. Zo mag je best thuis voor de spiegel uit volle borst foute nummers van ABBA meezingen, of voor eigen gebruik gitaartabs van de Foo Fighters uitprinten. Maar hoe zit dit juridisch precies? En waar ligt de grens? Daarover gaat de derde bijdrage van de serie Auteursrecht & Muziekonderwijs.

Even kort opfrissen

Uit de vorige bijdragen bleek dat het auteursrecht het werk van een maker beschermt, als dat getuigt van enige creativiteit. In de muziek zal het vooral gaan om de melodie van een nummer en om de bijbehorende lyrics.

[De uitvoering van het nummer door bijvoorbeeld de drummer of de zanger wordt niet door het auteursrecht beschermd, maar door de zogenaamde ‘naburige rechten’. Deze rechten worden niet in deze reeks behandeld. Als een muziekwerk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd, kan het goed zijn om ook met deze rechten rekening te houden.]

Op grond van het Auteursrecht heeft alleen de maker van een (muziek)werk het recht om dit werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Iedere derde moet eerst zijn toestemming daarvoor vragen.

Openbaar maken wil zeggen dat het publiek op de een of andere manier kennis kan nemen van het werk. Hier werd al in 1938 over geprocedeerd, toen een kroegbaas de radio had aangezet waarop een muziekwerk van de componist Léhar was te horen. De Hoge Raad bepaalde toen dat dat niet was toegestaan zonder de voorafgaande toestemming van de auteursrechthebbende. Hoewel tegenwoordig eerder Tiësto wordt gedraaid in het café dan operettes, geldt die hoofdregel nog steeds.

In het geval van een verveelvoudiging wordt er een kopie gemaakt van het muziekwerk, bijvoorbeeld doordat een lesboek onder een kopieerapparaat wordt gelegd, of een nummer op CD wordt gebrand.

Het is vaak lastig om de toestemming van de rechthebbende zelf te vragen. De eigenaar van een kroeg kan immers moeilijk naar Bruce Springsteen bellen om te vragen of hij zijn nummer die avond mag draaien. Daarom hebben bepaalde collectieve beheersorganisaties het recht gekregen om – tegen betaling – namens die rechthebbenden toestemming te verlenen. Voor het auteursrecht zijn dit Buma en Stemra.

Uitzonderingen op het auteursrecht

Zoals in de voorgaande bijdragen al aan de orde kwam, kunnen die verbodsrechten niet altijd worden ingeroepen. In de wet en in de rechtspraak zijn bepaalde uitzonderingen gecreëerd. Als zo’n uitzondering aan de orde is, mag je een (muziek)werk dus openbaar maken of verveelvoudigen, zonder dat toestemming is vereist.

Eerst zullen we bespreken welke relevante uitzonderingen er op dit gebied zijn voor het openbaar maken van een muziekwerk. Daarna zullen we deze bespreken voor de verveelvoudiging. Regels die voor beide handelingen gelden, behandelen we op het einde.

Uitzonderingen met betrekking tot het openbaar maken van muziek

Uitsluitend ter eigen genoegen

Als alleen jij het muziekwerk kan horen of de tekst of noten kan zien, bijvoorbeeld als je thuis aan het oefenen bent, dan geldt dit niet als openbaarmaking. Stel dat daarbij het raam open staat en een toevallige voorbijganger de muziek kan horen, dan is dit volgens de rechtspraak evenmin als openbaarmaking te kwalificeren. Dit wordt natuurlijk wat anders als je grote boxen in je raamkozijn zet, zodat de hele buurt van jouw vorderingen kan meegenieten.

Zodra het muziekwerk uitsluitend voor jouw eigen genoegen wordt gebruikt, dan is hier niet de voorafgaande toestemming van de auteur voor vereist.

Vrienden of familie

Volgens de Auteurswet is er ook geen sprake van een openbaarmaking als het gaat om een voordracht, op- of uitvoering of voorstelling van het muziekwerk in een familiekring of vriendenkring, of een daarmee gelijk te stellen kring. Voorwaarde is wel dat die voorstelling niet plaatsvindt tegen betaling. Met andere woorden: als iemand een liedje laat horen aan zijn ouders dat hij op pianoles heeft geleerd, dan is er geen sprake van een openbaarmaking en dus hoeft ook niet eerst de toestemming van de rechthebbende op dat liedje gevraagd te worden. Tenzij diegene natuurlijk eerst een bakje op de piano heeft gezet waar een financiële bijdrage in moet worden gedaan.

De vraag wie als vrienden en familie hebben te gelden, zal relatief eenvoudig te beantwoorden zijn. Maar wie valt nu precies binnen de daarmee gelijk te stellen kring? Over die vraag is in het verleden veel geprocedeerd. Zo deed in 1979 een bejaardentehuis een beroep op deze bepaling, toen zij van Buma moest betalen voor het muziekgebruik in de openbare ruimten. De Hoge Raad bepaalde toen dat het moet gaan om een groep van personen van wie de band nauwelijks minder hecht is dan familiebanden en banden van vriendschap. Een groep bejaarden valt hier in principe niet onder.

Ook een klas met leerlingen zal vermoedelijk niet als dusdanig hechte kring zijn aan te merken. Evenmin zal de muziekdocent die iedere week een half uur les geeft aan een leerling, met die leerling zo’n goeie band hebben dat deze tot zijn familie- of vriendenkring of daarmee gelijk te stellen kring behoort. Bovendien wordt er voor muziekles meestal een vergoeding betaald. Wel zou de uitzondering kunnen gelden als je met een aantal medemuzikanten een band opricht en in een afgehuurde ruimte iedere week samen oefent.

Openbaar maken in het kader van het onderwijs

Instellingen die onderwijs geven zonder winstoogmerk, kunnen nog een beroep doen op een derde uitzondering. Per instelling zal dus gekeken moeten worden of zij beogen winst te behalen met hun activiteiten of niet. Is dit niet het geval, mogen zij zonder toestemming muziekwerken ten gehore brengen als dat plaatsvindt in het kader van onderwijs en het bovendien onderdeel uitmaakt van het schoolwerkplan of leerplan of een wetenschappelijk doel dient.

Het muziekwerk mag daarbij alleen ter plaatse, bijvoorbeeld in de klas, ten gehore worden gebracht. Een docent die aan zijn leerlingen wil laten horen hoe een mondharmonica klinkt, kan hierdoor bijvoorbeeld een nummer afspelen van Toots Thielemans.

Het maken van SoundCloud waarbij bijvoorbeeld nummers van verschillende muziekstijlen worden geupload en met leerlingen worden gedeeld, is niet toegestaan op grond van deze uitzondering. Ook geldt deze uitzondering niet voor de verveelvoudiging van muziekwerken, alleen voor de openbaarmaking daarvan. Het uitdelen van bladmuziek of een reader valt dus niet onder de uitzondering.

Uitzondering met betrekking tot de verveelvoudiging van muziek

De privé-kopie in het auteursrecht zal een aantal mensen wel bekend zijn. Kort gezegd hoef je, als je een kopie maakt die alleen is bedoeld voor jouw eigen gebruik, daarvoor niet de toestemming van de auteur te vragen.

Op grond van de privé-kopie is het (althans op dit moment) toegestaan om nummers te downloaden van internet. Ook kan hierbij gedacht worden aan het kopiëren van een aantal pagina’s uit een lesboek.

Het valt in ieder geval niet meer onder de privé-kopie als een muziekwerk voor een hele schoolklas wordt gekopieerd en uitgedeeld.

Uitzondering met betrekking tot openbaarmaking en verveelvoudiging

Tot slot kent het auteursrecht een regeling die het mogelijk maakt om (onderdelen van) werken te gebruiken als aanvulling op de reguliere lesmethode. Op grond van deze bepaling kan een muziekdocent bijvoorbeeld een reader maken voor zijn studenten met daarin bepaalde pagina’s uit andere lesboeken.

Daar gelden wel bepaalde vereisten voor. Tenzij het werk heel kort is, mag er slechts een gedeelte van het werk worden gebruikt. Het werk moet bovendien rechtmatig openbaar zijn gemaakt, de naam van de maker moet altijd worden vermeld en er moet een billijke vergoeding worden betaald aan de rechthebbende. In veel branches zijn er standaard afspraken gemaakt met betrekking tot de hoogte van die vergoeding.

Tot slot

De Auteurswet werd zo’n honderd jaar geleden werd ingevoerd, in een periode dat niemand ooit nog van een kopieerapparaat had gehoord, laat staan van downloaden, embedden en SoundCloud. Toch blijkt dat nieuwe manieren van het gebruiken van muziek over het algemeen wel zijn in te passen in het systeem van de wet.

Ook de uitzonderingen die de Auteurswet kent, gelden niet alleen voor oude vormen van gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken. Denk bijvoorbeeld aan het downloaden van een nummer in het kader van de privé-kopie. We zetten de regels nog even kort op een rijtje.

Als een student een nummer alleen voor zichzelf speelt, of voor zijn familie en vrienden, dan zal dit auteursrechtelijk vermoedelijk geen consequenties hebben. Als een nummer in het kader van het onderwijs in de klas wordt (af)gespeeld, evenmin.

Iets anders wordt het als muziekwerken worden verveelvoudigd, bijvoorbeeld als een nummer wordt gedownload of bladmuziek of songteksten worden gekopieerd. Een muziekdocent zal zo’n muziekwerk niet zonder meer aan zijn leerlingen mogen verstrekken, of dat nu in de klas of per mail is. Zelfs als de docent verbonden is aan een onderwijsinstelling zonder winstoogmerk, zal er een billijke vergoeding aan de rechthebbende betaald moeten worden.

Als muziekfans zijn wij in ieder geval heel benieuwd wat het muziekonderwijs de komende jaren op gaat leveren. Wij kijken nu al uit naar al die nieuwe Jimmy Hendrixen of Shirley Basseys!

Morgen zal Jeroen Bouman (Online Muziekschool) deze eerste week over auteursrecht en muziekonderwijs afsluiten met zijn ervaringen bij zijn bedrijfsactiviteiten. Hij roept onder meer Buma  Stemra op met een passende overeenkomst te komen.

1 antwoord
  1. Bart-linden
    Bart-linden zegt:

    Het zou goed zijn als het auteursrecht een herziening krijgt m.b.t. het muziekonderwijs. Muziekscholen staan enorm onder druk wat betreft subsidies, geld voor innovatie is er niet. Toch moeten er nieuwe methodes worden ontwikkeld voor de on-line generatie. Het auteursrecht, notabene uit 1912 staat bij deze ontwikkelingen enorm in de weg. De commercieele belangen van grote marktspelers gijzelen het auteursrecht. Deze belangen staan niet in verhouding met de belangen van het muziekonderwijs.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.